Microben die zorginfecties veroorzaken, worden vooral overgedragen via de handen. Zorgverleners moeten dus propere handen hebben als ze een patiënt verzorgen. Dat kan door de handen te wassen met water en zeep of door ze te ontsmetten met handalcohol. Handhygiëne omvat beide methoden. Het inwrijven van de handen met handalcohol is efficiënter, sneller en gebruiksvriendelijker. Die methode verdient duidelijk de voorkeur. Als de handen zichtbaar bevuild zijn, moeten ze eerst gewassen worden met water en zeep en vervolgens ontsmet met handalcohol.
In het ziekenhuis is handen wassen met water en zeep niet voldoende. Daarom moeten zorgverleners handalcohol gebruiken. Handschoenen vormen een goede bescherming om de handen zo min mogelijk te besmetten. Maar ook met handschoenen aan blijft handhygiëne noodzakelijk. Bovendien moeten handschoenen op het juiste moment verwijderd (en vervangen) worden.
Voor een correcte handhygiëne moeten artsen, verpleegkundigen en paramedisch personeel (vb. kinesitherapeuten, zorgkundigen, technologen medische beeldvorming, longfunctietechnologen, …) aan enkele basisvereisten voldoen:
- geen juwelen, horloges of armbanden ter hoogte van de handen en de polsen/onderarmen
- kortgeknipte en zuivere nagels (géén nagellak en geen kunstnagels)
- korte mouwen
- afdekken van eventuele wondjes
Niet alleen voor de zorgverlener, ook voor jezelf als patiënt of bezoeker is een goede handhygiëne belangrijk. Reinig je handen dus vóór het eten en zeker na gebruik van het toilet. Dat is de gouden regel! Op die manier neem je zo weinig mogelijk microben uit de omgeving op en draag je deze niet over op andere personen. In het dagelijkse leven volstaat het wassen van de handen met water en zeep.